Beeld – Sony KDL-32V5610 Benutzerhandbuch
Seite 252

C:\Documents and Settings\Dolors\Escritorio\EX2L-
4(1)_CORREC_Maig09\4136111241_ EX2L\05NL\090MEN.fm
masterpage:Left
34
NL
KDL-52/46/40/37/32V5500
x-xxx-xxx-xx(x)
Licht Sensor
Optimaliseert automatisch de beeldinstellingen volgens het omgevingslicht in de
kamer.
~
• Plaats niets voor de sensor; dit kan de functie beïnvloeden. Controleer de positie
van de sensor (pagina 14).
Beeld
Doel Ingangen
Hiermee kunt u selecteren om algemene instellingen of persoonlijke instellingen te
gebruiken voor hetgeen u momenteel bekijkt.
Algemeen
Past algemene instellingen toe op allen invoer waarbij “Doel
Ingangen” is ingesteld op “Algemeen”.
Naam van de
huidige invoer
(b.v. AV1)
Hiermee kunt u persoonlijke instellingen gebruiken voor de
invoer.
Beeldmodus
Hiermee wordt een beeldmodus ingesteld. De opties die kunnen worden
geselecteerd zijn afhankelijk van de instellingen van Scène kiezen.
Levendig
Voor een beter beeldcontrast en -scherpte.
Standaard
Voor standaardbeelden. Aanbevolen voor thuisgebruik.
Gebruiker
Hiermee kunt u uw voorkeursinstellingen opslaan.
Bioscoop
Voor het bekijken van op film gebaseerde inhoud. Uiterst geschikt
voor het kijken van televisie in een theaterachtige omgeving.
Foto-Levendig
Voor het bekijken van foto’s. Voor een beter beeldcontrast en
-scherpte.
Foto-Standaard Voor het bekijken van foto’s. Biedt optimale beeldkwaliteit
voor het thuis bekijken van foto’s.
Foto-Origineel
Voor het bekijken van foto’s. Komt overeen met de
beeldkwaliteit die wordt gebruikt bij het bekijken van
ontwikkelde foto’s.
Foto-Gebruiker
Voor het bekijken van foto’s. Hiermee kunt u uw
voorkeursinstellingen opslaan.
Sport
Biedt optimale beeldkwaliteit voor het bekijken van sport.
Spel
Uiterst geschikt voor het spelen van games op uw televisie.
Grafisch
Biedt optimale beeldkwaliteit voor het bekijken van grafische
afbeeldingen.
Reset
Hiermee worden alle “Beeld”-instellingen teruggezet op de fabrieksinstellingen,
behalve “Doel Ingangen”, “Beeldmodus” en “Advanced instell.”.
Verlichting
Hiermee wordt de helderheid van het achtergrondlicht ingesteld.
Contrast
Hiermee wordt het beeldcontrast verhoogd of verlaagd.
Helderheid
Hiermee wordt het beeld helderder of donkerder.
Kleur
Hiermee wordt de kleurintensiteit verhoogd of verlaagd.
Kleurtint
Hiermee worden de groen- en roodtinten verhoogd of verlaagd.
~
• “Kleurtint” kan alleen worden aangepast voor het NTSC-kleursignaal (zoals op
Amerikaanse videobanden).
Kleur Temperatuur
Hiermee wordt de witheid van het beeld ingesteld.
Koel
Geeft witte kleuren een blauwe tint.
Neutraal
Geeft witte kleuren een neutrale tint.
Warm 1/Warm 2 Geeft witte kleuren een rode tint. “Warm 2” geeft een rodere
tint dan “Warm 1”.
z
• “Warm 1” en “Warm 2” zijn niet beschikbaar als “Beeldmodus” is ingesteld op
“Levendig” (of “Foto-Levendig”).