Spuitoppervlakken voorbereiden, Ingebruikname, Verstuiver kiezen – Parkside PFS 100 C3 Benutzerhandbuch
Seite 20: Aan- / uitschakelen, Spuitproces

20 NL
Ingebruikname / Onderhoud en reiniging / Service / Garantie
Arbeidsinstructies / Ingebruikname
Voor informatie over de passende verdunning
(water, oplosmiddel) verwijzen wij naar de
dienovereenkomstige voorschriften van de lak-
of verffabrikant.
1. Meng het onverdunde te spuiten product zorg-
vuldig en zorg ervoor dat het op gemiddelde
kamertemperatuur (20–22 °C) komt.
Verander de viscositeit niet door het product
extra te verwarmen.
2. Voeg een geschikt verdunningsmiddel toe.
3. Controleer de viscositeit zoals hierboven
beschreven staat (zie afb. C).
OPMERKING: verdun kunstharslakken nooit met
een nitroverdunner!
Materiaalvoor-
beeld
DIN richtwaarden
Autolak
16-20 DIN-sec
Acryllak
25-30 DIN-sec
Kunstharslak
25-30 DIN-sec
Grondverf
25-30 DIN-sec
Houtimpregnatie
25-30 DIN-sec
Lazuur
25-30 DIN-sec
Hamerslaglak
30-35 DIN-sec*
Dispersieverf
40-80 DIN-sec
* Korrelige fabrikaten en fabrikanten die kleine
deeltjes bevatten, mogen niet worden gespoten.
De smergelende werking verkort de levensduur
van de pomp en de klep.
Q
Spuitoppervlakken
voorbereiden
Het te spuiten oppervlak moet schoon, droog en
vetvrij zijn.
Ruw het te spuiten oppervlak op en verwijder
vervolgens het schuurstof.
Dek de omgeving van het te spuiten oppervlak
zorgvuldig af. De sproeinevel kan de omge-
ving verontreinigen.
Q
Ingebruikname
Q
Verstuiver kiezen
Verstuiver
Gebruik
Verstuiver 0,6 mm
(R6)
8
alle verven, lakken
Verstuiver 0,8 mm
(R8)
8
dikvloeibaar te spuiten
product
Reinigingsverstuiver
11
dunne, harde straal, voor
een punctuele reiniging
van oppervlakken
Verstuiververlenging
13
voor het spuiten van
moeilijk toegankelijke
hoeken
Q
Aan- / uitschakelen
Inschakelen:
Druk voor het gebruik van het elektrische ge-
reedschap op de AAN- / UIT-Schakelaar
3
en houd hem ingedrukt.
Uitschakelen:
Laat de AAN- / UIT-Schakelaar
3
los om het
elektrische gereedschap uit te schakelen.
Q
Spuitproces
1. Door de regelknop
2
te verstellen, kunt u de
spuitstraal instellen (zie afb. D). De straal is
correct ingesteld wanneer geen druppels ont-
staan en het spuitbeeld fijn en gelijkmatig is.
2. Schakel het apparaat niet in of uit boven een
te spuiten oppervlak, maar begin en beëindig
het spuitproces ca. 10 cm van het werkstuk ver-
wijderd.
OPMERKING: de afstand van de verstuiver tot
het werkstuk is afhankelijk van het spuitmateriaal
(ca. 20 tot 35 cm spuitafstand al naargelang
de spuitkegel en de gewenste materiaallaag).
Gebruik het apparaat alleen in horizontale
positie (zoals in afb. D).
Bereken telkens de optimale afstand tot het
spuitoppervlak door middel van een test.