Florabest FKS 2200 D2 Benutzerhandbuch
Seite 43

43
NL
de elektrische kettingzaag
in ieder geval niet als u zich
onzeker voelt.
• Let erop dat er geen mensen of dieren
in de buurt van het werkterrein zijn. De
veilige afstand tussen de te vellen boom
en de eerstvolgende werkplaats moet 2
½ boomlengte bedragen.
• Let op de valrichting.
De gebruiker moet zich in de buurt van
de gevelde boom veilig kunnen bewe-
gen om de boom makkelijk te kunnen
doorzagen en snoeien.
• Vermijdt dat de vallende boom in een
andere boom blijft hangen. Let op de
natuurlijke valrichting die van neiging en
kromming van de boom, van de windrich-
ting en het aantal tallen afhankelijk is.
• Sta bij steile terreinen steeds boven de
te vellen boom.
• Kleine bomen met een diameter van
15-18 cm kunnen normaal met 1 snede
afgezaagd worden.
• Bij bomen met een grotere diameter
moet er met kerfsnijwerk en een val-
snede gewerkt worden (zie onder).
Vel geen boom als er een
sterke of draaiende wind is
of als er gevaar voor bescha-
diging van eigendom bestaat
of als de boom op leidingen
zou kunnen vallen.
Zet onmiddellijk na einde van de
werkzaamheden de oorbescher-
ming af zodat u waarschuwingssig-
nalen en geluiden kan horen.
1. Snoeien:
Verwijder takken die naar
beneden hangen door even
boven de tak te beginnen.
Snoei nooit hoger dan op
schouderhoogte.
P
2. Vluchttraject:
Verwijder het kreupelhout
rondom de boom, zodat u zich
eenvoudig kunt terugtrekken. Het
vluchttraject (1) dient in ongeveer
45° te staan op de geplande
valrichting (2).
Q
3. Kerven zagen
Maak een valkerf in de richting
waarin de boom moet vallen.
Begin met de onderste, horizontale
snede. De zaagdiepte moet on-
geveer 1/3 van de stamdiameter
bedragen. Maak nu een schuine
zaagsnede met een snijhoek van
ongeveer 45°, van bovenaf, die
precies op de onderste zaagsnede
uitkomt.
Ga nooit voor een boom
staan die ingekerfd is.
Q
4. Valsnede (B)
Maak de valsnede aan de an-
dere zijde van de stam, terwijl u
links van de boomstam staat en
met trekkende ketting zaagt. De
valsnede moet horizontaal 5 cm
boven de horizontale kerfsnede
verlopen.
De valsnede moet zo diep zijn
dat de afstand tussen valsnede
en kerflijn minstens 1/10 van de
stamdiameter bedraagt. Het niet
doorgezaagde
deel van de stam
wordt als breekmaat omschreven.
R
5. Schuif een wig of een breekijzer
in de valsnede van zodra deze
diep genoeg is, om vastklemmen
van het zwaard te vermijden.
S
6. als de stamdiameter groter is dan
de lengte van het zwaard, maak
dan 2 snedes.