Kooksensor, Aanwijzing, Pannen voor de kooksensor – Siemens ET 668 MN 31 Benutzerhandbuch
Seite 54: Geschikte pannen, Sensorbanden, De temperatuurbereiken, Hoogteafstelling, Aanwijzingen, Koken met de kooksensor

54
Kooksensor
De kooksensor is geschikt voor gerechten die in vloeistof of
veel boter of vet worden verhit. Wanneer u de kooksensors
naar boven brengt, kunt u op de direct aangrenzende
kookzones koken met de kooksensor.
Aanwijzing: De kooksensor is niet geschikt om te braden.
Zo functioneert de kooksensor
Elke kookpan waarvan de inhoud heet is geeft warmte af. De
kooksensor neemt deze warmte op en de kookplaat regelt zo
automatisch de temperatuur van de kookpan.
Uw voordelen bij het koken
■
De kookzone warmt alleen op wanneer dat nodig is. Dit
bespaart energie.
■
Olie en vet raken niet oververhit.
■
Het overkoken van gerechten wordt voorkomen. U hoeft niet
bij te regelen.
Pannen voor de kooksensor
Sensorkookpannen moeten een oppervlak hebben dat de
warmte bijzonder goed aan de sensor afgeeft. Gebruikt u de
verkeerde pannen, dan functioneert het systeem niet. Het eten
kookt over of brandt aan.
Geschikte pannen
U kunt ook geschikte emaillen pannen gebruiken. De bodem
van de kookpan moet zo groot zijn dat de kookzone volledig
bedekt wordt. Bij roestvrijstalen en aluminiumpannen gebruikt u
de meegeleverde sensorbanden.
Sensorbanden
De bijbehorende sensorbanden kunt u ook als extra
toebehoren krijgen bij speciale elektriciteitswinkels. Geef
hiervoor alstublieft het HZnummer op: HZ 390001
De temperatuurbereiken
Bij het koken en de kooksensor stelt u geen kookstanden maar
temperatuurbereiken in. U heeft de beschikking over vijf
temperatuurbereiken:
Hoogteafstelling
Het punt waarop het water begint te koken, hangt af van hoe
hoog uw woonplaats zich boven de zeespiegel bevindt. Kookt
uw gerecht te sterk of te zwak, dan kunt u het kookpunt
instellen.
Roep in de basisinstellingen
™…
op. Kies de juiste kookzone
uit. De basisinstellingswaarde is
„
. Kies de juiste waarde voor
de hoogte:
In het hoofdstuk Basisinstellingen kunt u nalezen hoe u de
waarden verandert.
Aanwijzingen
■
Op een hoogte van 0 400 m hoeft het kookpunt niet te
worden ingesteld. Kook eerst met de basisinstelling. Bent u
niet tevreden met het kookresultaat, verander dan de
instelling van het kookpunt.
■
Het temperatuurbereik van 90-100 °C is voldoende om te
koken, ook als het water niet zo sterk borrelt als gewoonlijk.
Koken met de kooksensor
De kookzone moet gekozen zijn.
1.
Gerechten in de pan doen en er minstens twee vingers breed
vloeistof aan toevoegen.
2.
De pan midden op de kookzone plaatsen en het deksel erop
doen.
3.
Bij de gewenste kookzone op de kooksensor drukken, zodat
hij naar boven komt. De
‘
op het display is verlicht. In het
indicatiemenu verschijnen de mogelijke temperatuurbereiken.
4.
In de volgende 10 seconden in het instelbereik de gewenste
temperatuur instellen. De temperatuur op het display is
verlicht. De kooksensor is geactiveerd.
Temperatuurbereik
Indicatie
geschikt voor
170 - 180 °C
170°C
Frituren
110 - 120 °C
120°C
Garen in de snelkookpan
90 - 100 °C
100°C
Koken en sudderen
80 - 90 °C
90°C
Gaarstoven, wellen, stoven
60 - 70 °C
70°C
Ontdooien, opwarmen, warmhouden
Hoogte
Waarde bij
™…
0 100 m
‚
100 200 m
ƒ
200 400 m
„
*
400 600 m
…
600 800 m
†
800 1000 m
‡
1000 1200 m
ˆ
1200 1400 m
‰
meer dan 1400 m
Š
* Basisinstelling