Apparaat bedienen, 1 apparaat in bedrijf stellen, 2 spanning kiezen – Silvercrest SMK 15 A1 Benutzerhandbuch
Seite 30: 3 apparaat aan het stroomnet aansluiten, 4 apparaat aan het boordnet aansluiten, 5 functie kiezen, 6 bedrijfstemperatuur kiezen, 7 waterverzamelaar legen

28
4. Apparaat bedienen
4.1 Apparaat in bedrijf stellen
1. Reinig het apparaat om hygiënische
redenen van binnen en buiten voordat u
het in bedrijf stelt of wanneer het lange
tijd niet meer in bedrijf was (zie
„5.1 Apparaat reinigen“ op pagina 29).
2. Kies een goed geventileerde en tegen
warmte en zonbestraling beschermde
standplaats.
3. Plaats het apparaat op een vlakke en
slipvrije ondergrond.
4. Schuif de functiekiezer 6 en de
spanningskiezer 7 in de stand OFF.
4.2 Spanning kiezen
Kies op de spanningskiezer 7 de spanning:
230V:
werking op het stroomnet
12V:
werking op het boordnet
OFF
: apparaat is uitgeschakeld.
4.3 Apparaat aan het stroomnet
aansluiten
1. Steek het netsnoer 3 in de bus 9.
2. Verbind het netsnoer 3 met het
stroomnet.
4.4 Apparaat aan het boordnet
aansluiten
Aanwijzing:
Bij de werking op het 12 V-net
van een voertuig is de koel- resp.
verwarmingscapaciteit niet zo hoog als bij
de werking op het 230
V-net (zie
„7. Technische gegevens“ op pagina 31).
1. Steek de autokabel 11 in de bus 8.
2. Verbind de autokabel 11 met het
boordnet, bijv. de sigarettenaansteker.
Aanwijzing:
eventueel moet u de rode
kap van de autostekker afhalen.
4.5 Functie kiezen
Kies op de functiekiezer 6 de functie:
OFF:
apparaat is uitgeschakeld.
WARM:
apparaat verwarmt, de rode
lamp 10 brandt.
COOL:
apparaat koelt, de groene lamp
5
brandt.
4.6 Bedrijfstemperatuur kiezen
Met de temperatuurinstelknop 4 kunt u de
bedrijfstemperatuur instellen. Zet de tempe-
ratuurinstelknop 4 op voor de minimale
capaciteit. Desgewenst kan de koelcapaciteit
worden verhoogd door de temperatu-
urinstelknop 4 in de richting (maximale
capaciteit) te draaien. Daardoor stijgt echter
ook het energieverbruik. Om energie te
besparen, kan de capaciteit weer worden
verlaagd door de temperatuurinstelknop 4
terug te draaien in de richting (minimale
capaciteit).
4.7 Waterverzamelaar legen
In de waterverzamelaar 12 kan
condenswater verzamelen. Naar gelang de
duur en de intensiteit van de werking moet
de waterverzamelaar 12 regelmatig
gecontroleerd en eventueel geleegd worden:
1. Trek de waterverzamelaar er 12 naar
voren uit.
2. Giet het aanwezige condenswater weg.
RP62053 MiniCooler LB1 Seite 28 Mittwoch, 12. Januar 2011 10:39 10