Toestel aanzetten en signaalbron selecteren, Toestel uitschakelen, Naar de radio luisteren – Pioneer DEH-1700R Benutzerhandbuch

Seite 2: Stroom aan/uit tuner, Frequenties van zenders opslaan en oproepen, Op sterke signalen afstemmen, Frequenties van de sterkste zenders opslaan, Inleiding rds-bediening, Weergave rds-display wijzigen, Pty-nooduitzendingen ontvangen

Advertising
background image

Toestel aanzetten en

signaalbron selecteren

U kunt een signaalbron selecteren om naar te

luisteren. Om de ingebouwde CD-speler te ge-

bruiken hoeft u alleen een CD in het toestel te

plaatsen (raadpleeg Afspelen van een CD).
% Druk op SOURCE om een signaalbron te

kiezen.

Druk meerdere keren op SOURCE om te scha-

kelen tussen de volgende signaalbronnen:

Ingebouwde CD-spelerTuner

Wanneer u een signaalbron kiest, zal het toe-

stel worden ingeschakeld.

Opmerkingen

! Als er geen CD in het apparaat zit, kunt u de

ingebouwde CD-speler niet activeren.

! Wanneer de blauw/witte draad van dit toestel

is aangesloten op de bedieningsaansluiting

van de automatische antenne van uw auto, zal

de antenne uitschuiven wanneer de signaal-

bron van dit toestel wordt ingeschakeld. Als u

de bron uitschakelt, wordt de antenne weer in-

geschoven.

Toestel uitschakelen

% Houd SOURCE ingedrukt tot het toestel

uit gaat.

Naar de radio luisteren

1

2

4

5

3

De AF-functie van dit toestel (zoeken naar al-

ternatieve frequenties) kan worden in- en uit-

geschakeld. Bij normale bediening van de

tuner moet de AF uit staan (raadpleeg Alterna-

tieve frequenties kiezen).

1 Frequentiebandindicator

Deze toont op welke frequentieband de

radio is afgestemd: MW, LW of FM.

2 LOC-indicator

Deze toont of automatisch afstemmen op lo-

kale zenders is ingeschakeld.

3 Stereo (5) indicator

Deze toont of de frequentie waarop u heeft

afgestemd in stereo uitzendt.

4 Frequentie-indicator

Deze toont de frequentie waarop u heeft af-

gestemd.

5 Voorkeuzenummerindicator

Deze geeft aan welke voorkeuzezender is ge-

selecteerd.

1Druk op SOURCE om de tuner te kie-

zen.

2 Gebruik VOLUME om de geluidssterkte

te regelen.

3 Druk op BAND en kies een frequentie-

band.

Druk op BAND totdat u de gewenste frequen-

tieband op het display ziet verschijnen, F1, F2

voor FM of MW/LW (MG/LG).

Stroom aan/uit

Tuner

Nl

4 Druk kort op c of d om handmatig af

te stemmen.

5 Om automatisch afstemmen te gebrui-

ken houdt u c of d ongeveer een seconde

ingedrukt.

De tuner zal nu zelf de frequenties in de aan-

gegeven richting afzoeken tot er een uitzen-

ding gevonden wordt die sterk genoeg is voor

een goede ontvangst.

# U kunt het automatisch afstemmen annuleren
door kort op c of d te drukken.
# Als u op c of d drukt en deze ingedrukt
houdt, kunt u zenders overslaan. Automatisch af-
stemmen begint als u de toets weer loslaat.

Frequenties van zenders

opslaan en oproepen

Als u op een van de voorkeuzetoetsen 16

drukt, kunt u heel eenvoudig maximaal zes

zenderfrequenties opslaan zodat u deze later

met één druk op de toets weer kunt oproepen.

! Er kunnen maximaal 12 FM-zenders, 6 voor

elk van de twee FM-frequentiebanden, en 6

MW/LW (MG/LG)-zenders in het geheugen

worden opgeslagen.

% Wanneer u heeft afgestemd op een fre-

quentie die u in het geheugen wilt op-

slaan, houdt u een van de

voorkeuzetoetsen 16 ingedrukt tot het

voorkeuzenummer stopt met knipperen.

Het nummer dat u heeft ingedrukt, gaat knip-

peren in de voorkeuzenummerindicator en

blijft daarna branden. De frequentie van de ge-

selecteerde radiozender is in het geheugen op-

geslagen.

Wanneer u hierna op dezelfde voorkeuzetoets

drukt, zal de opgeslagen frequentie uit het ge-

heugen worden opgeroepen.

Op sterke signalen afstemmen

Met de functie voor automatisch afstemmen

op lokale zenders kunt u het toestel uitsluitend

laten afstemmen op zenders met een signaal

dat sterk genoeg is voor een goede ontvangst.

% Druk meerdere keren op LOCAL/BSM

om het automatisch afstemmen op lokale

zenders in of uit te schakelen.

Als automatisch afstemmen op lokale zenders

is ingeschakeld, verschijnt LOC in het dis-

play.

Frequenties van de sterkste

zenders opslaan

Met de functie BSM (Best Stations Memory)

kunt u automatisch de zes sterkste zenders

laten opslaan onder de voorkeuzetoetsen 16

zodat u later met een druk op de juiste toets

kunt afstemmen op een van de opgeslagen

frequenties.

! Het is mogelijk dat de via de BSM-functie

opgeslagen zenders de eerder door uzelf

onder de toetsen 16 opgeslagen zenders

vervangen.

% Houd LOCAL/BSM ingedrukt tot de

BSM aan gaat.

BSM begint te knipperen. Als BSM knippert,

worden de zes sterkste zenderfrequenties op-

geslagen onder voorkeuzetoetsen 16 in de

volgorde van de sterkte van het signaal. Als dit

is gebeurd, stopt BSM met knipperen.

# Druk op LOCAL/BSM om het opslaan te
annuleren.

Nl

Inleiding RDS-bediening

1 2

4

3

RDS (radiodatasysteem) is een systeem voor

het leveren van informatie tijdens FM-uitzen-

dingen. Deze onhoorbare informatie maakt

functies zoals programmaservicenaam, pro-

grammatype, verkeersberichten stand-by en

automatisch afstemmen mogelijk. Zo wordt

het radioluisteraars gemakkelijker gemaakt de

gewenste zender te vinden.

! Het is mogelijk dat niet alle zenders RDS-

diensten leveren.

! RDS-functies zoals AF en TA werken alleen

wanneer u heeft afgestemd op een RDS-

zender.

1 Programmaservicenaam

Toont de naam van het programma.

2 AF-indicator

Geeft aan of de AF functie (zoeken naar al-

ternatieve frequenties) is ingeschakeld.

3 TA-indicator

Geeft aan of de TA-functie (stand-by voor

verkeersberichten) is ingeschakeld.

4 TP-indicator

Geeft aan of er is afgestemd op een TP-

zender.

Weergave RDS-display

wijzigen

Als u afstemt op een RDS-zender, wordt de

programmaservicenaam weergegeven. U kunt

desgewenst ook de frequentie laten weerge-

ven.

% Houd BTB ingedrukt tot de informatie

in het display verandert.

Druk meerdere keren op BTB en houd de toets

ingedrukt om tussen de volgende instellingen

te schakelen:

ProgrammaservicenaamPTY-informatie

Frequentie

Meer over PTY-informatie (ID-code program-

matype) kunt u vinden op PTY-lijst.

# PTY-informatie en de frequentie van de huidi-
ge zender zullen acht seconden lang op het dis-
play worden getoond.

PTY-nooduitzendingen

ontvangen

PTY-alarm is een speciale PTY-code voor het

aankondigen van noodgevallen, zoals natuur-

rampen. Als de tuner de radioalarmcode ont-

vangt, verschijnt ALARM op het display en

gaat het volume naar het TA-volume. Als de

uitzending van het noodbericht van de zender

is afgelopen, gaat het systeem terug naar de

oorspronkelijke signaalbron.

! Een noodbericht kunt u annuleren door op

TA te drukken.

RDS

Nl

Alternatieve frequenties

kiezen

Als u naar een uitzending aan het luisteren

bent en de ontvangst wordt zwakker of er doen

zich andere problemen voor, dan zal het toe-

stel automatisch op zoek gaan naar een an-

dere zender in hetzelfde netwerk die een

betere ontvangst oplevert.

! De AF-functie is standaard ingeschakeld.

% Druk meerdere keren op TA om de AF-

functie in of uit te schakelen.

Als de AF-functie is ingeschakeld, verschijnt

AF in het display.

Opmerkingen

! Bij automatisch afstemmen of gebruik van de

BSM-functie wordt er alleen afgestemd op
RDS-zenders als AF is ingeschakeld.

! Als u een voorkeuzezender oproept, kan de

tuner de voorkeuzezender bijwerken met een
nieuwe frequentie van de AF-lijst van de zen-
der. (Dit is alleen mogelijk als u voorkeuzezen-
ders op de F1 frequentieband gebruikt.) Er
verschijnen geen voorkeuzenummers op het
display als de RDS-gegevens van de ontvan-
gen zender afwijken van de oorspronkelijk op-
geslagen zender.

! Het is mogelijk dat de geluidsweergave tijde-

lijk wordt onderbroken door een ander pro-
gramma terwijl de AF-functie aan het zoeken
is.

! Wanneer de tuner is afgestemd op een zender

zonder RDS zal de AF indicator knipperen.

! De AF-functie kan voor elke FM-frequentie-

band afzonderlijk worden in- of uitgeschakeld.

PI-zoeken gebruiken

Als het toestel geen geschikte alternatieve fre-

quentie kan vinden of als u naar een uitzen-

ding luistert en de ontvangst wordt slecht, dan

zoekt het toestel automatisch een andere zen-

der met dezelfde programmering. Tijdens het

zoeken wordt PI SEEK weergegeven en wordt

het volume gedempt. Het dempen wordt on-

derbroken nadat PI-zoeken is voltooid. Het

maakt daarbij niet uit of er een andere zender

is gevonden of niet.

PI-zoeken voor

voorkeuzezenders gebruiken

Wanneer een voorkeuzezender niet kan wor-

den opgeroepen, bijvoorbeeld wanneer u een

grote afstand heeft afgelegd, kan het toestel

zo worden ingesteld dat ook bij het oproepen

van een voorkeuzezender de PI-zoekfunctie zal

worden uitgevoerd.

! De automatische PI-zoekfunctie is stan-

daard uitgeschakeld. Zie Aan/uit zetten van

de automatische PI-zoekfunctie.

Alleen zenders met regionale

programmering zoeken

Wanneer u de AF-functie gebruikt om automa-

tisch alternatieve frequenties te zoeken, kunt u

met de regionale functie het zoeken beperken

tot zenders die regionale programmas uitzen-

den.

% Houd BAND ingedrukt totdat de regio-

nale functie aan of uit gaat.

Opmerkingen

! Regionale programmering en regionale net-

werken kunnen per land anders georgani-
seerd zijn (er kunnen bijv. veranderingen
optreden afhankelijk van de tijd, de staat of
het ontvangstgebied).

Nl

URD3857-A -Page 2-

Advertising
Dieses Handbuch ist für die folgenden Produkte bezogen werden: