Metz SCA 3402 M10 Nikon Benutzerhandbuch

Seite 69

Advertising
background image

69

ń

anwijzing van de camera). Welke synchronisatietijd
de camera dan instelt hangt af van de camerafun-
ctie, van de helderheid van de omgeving en de
gebruikte brandpuntsafstand van het objectief.
Langere belichtingstijden dan de flitssynchronisa-
tietijd kunnen, afhankelijk van de camerafunctie en
de gekozen flitssynchronisatie wél worden
gebruikt.

Bij verschillende digitale camera’s vindt geen
automatische omschakeling naar een flitssyn-
chronisatietijd plaats. Deze camera’s werken
met een centraalsluiter. Daardoor kan met alle
belichtingstijden worden geflitst.

5.2 Aanduiding van de belichtingscontrole op

de flitser

De aanduiding van de belichtingscontrole ‘OK.’ ver-
schijnt alleen op de flitser als de opname in de
i-TTL-flitsfunctie of in de automatisch-flitsenfunc-
tie ‘A’ correct werd belicht!

Verschijnt na de opname de aanduiding van de
belichtingscontrole niet, dan werd de opname te
krap belicht en moet u het eerstvolgend lagere
diafragmagetal instellen( bijv. in plaats van diafrag-
ma 11 diafragma 8) of de afstand tot het onder-
werp, c.q. tot het reflecterend vlak (bijv. bij het indi-
rect flitsen) verkleinen en de opname herhalen. Let
op de reikwijdte van het flitslicht!

5.3 Aanduiding van onderbelichting in het dis-

play van de flitser

Enkele Nikon-camera’s waarschuwen in verschil-
lende camerafuncties (bijv. bij ‘P’ en ‘A’) bij een
onderbelichte flitsopname met een aanduiding in
het LC-display van de flitser, die de mate van

Advertising