Livarno COLOUR-CHANGE CEILING LIGHT - Handbuch (Seite 23)

23 NL
Veiligheid Inleiding
Veiligheid
Veiligheidsinstructies
Bij beschadigingen die worden veroorzaakt door
het niet in acht nemen van deze gebruiksaanwijzing
vervalt de garantie! Wij zijn niet aansprakelijk voor
gevolgschade! Bij materiële schade of persoonlijk
letsel die worden veroorzaakt door onjuist gebruik
of het niet in acht nemen van de veiligheidsinstruc-
ties zijn wij niet aansprakelijk!
LEVENSGEVAAR EN GEVAAR
VOOR ONGEVALLEN VOOR
KLEUTERS EN KINDEREN! Laat
kinderen nooit zonder toezicht bij het verpak-
kingsmateriaal. Er bestaat gevaar voor verstik-
king door verpakkingsmateriaal. Kinderen
onderschatten vaak de gevaren. Houd kinde-
ren altijd uit de buurt van het product.
Vermijd levensgevaar door
elektrische schok
Beveiligingsklasse II / . Deze lamp is bijzon-
der geïsoleerd en mag niet aan randaarde
worden aangesloten.
Laat de elektronische installatie door een
opgeleide elektricien of een voor elektrische
installaties geïnstrueerde persoon uitvoeren.
Bij materiële schade of persoonlijk letsel dat
wordt veroorzaakt door onjuist gebruik of het
niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies
zijn wij niet aansprakelijk!
Gebruik de lamp niet als u een beschadiging
hebt geconstateerd.
Verwijder voor de montage de zekering of
schakel de aardlekschakelaar in de groepen-
kast uit (0-stand).
Vermijd dat de lamp in contact komt met water
of andere vloeistoffen.
Overtuig u er vóór de montage van dat de
bestaande netspanning overeenstemt met de
vereiste bedrijfsspanning van de lamp
(230–240 V∼).
Wees er zeker van dat er bij de montage geen
leidingen worden beschadigd.
Monteer de lamp niet op een vochtige of
geleidende ondergrond.
Vermijd brand- en
letselgevaar
0,3 m
Monteer de lamp op een afstand van
minstens 0,3 m van de te verlichten
materialen. Een overmatige warmte-
ontwikkeling kan tot brand leiden.
Zorg ervoor dat de lamp is uitgeschakeld en
afgekoeld voordat u deze aanraakt om brand-
wonden te vermijden. Verlichtingsmiddelen
ontwikkelen rondom de lampenkop een be-
hoorlijke hitte.
Let op! Lampdelen en lampen kunnen tijdens
het gebruik temperaturen van > 90 °C bereiken
en daarom mogen zij tijdens het gebruik niet
worden aangeraakt.
Laat de lamp volledig afkoelen voordat u een
defect verlichtingsmiddel vervangt.
Vervang defecte lampen direct door nieuwe.
Gebruik uitsluitend lampen die worden aange-
geven in de "Technische gegevens". Verwijder
voor het vervangen van de lamp altijd eerst de
zekering of schakel de aardlekschakelaar uit.
De LED-lampen zijn vast gemonteerd en
kunnen niet worden vervangen.
Niet direct in de lichtbron (lamp, LED etc.)
kijken.
De vast gemonteerde LED-lampen zijn niet
geschikt voor dimmers en elektronische
schakelaars.
Zo handelt
u correct
Gebruik alleen 12 V∼ halogeenlampen met
een G4-fitting en een maximaal vermogen van
14 Watt.
Halogeenlampen niet met blote handen aanra-
ken. Mocht dit toch gebeuren, moet de lamp met
alcohol en een pluisvrije doek worden afgeveegd.
Alleen halogeenlampen met een
lichtregelkap of lagedruktechniek
gebruiken.
Monteer de lamp zo, zodat hij tegen vocht en
vuil beschermd is.