Florabest FTP 400 A1 Benutzerhandbuch

Seite 43

Advertising
background image

43

NL

Instellen van het afzuigniveau

Die pomp kan restwater tot een hoogte van

enkele millimeters afzuigen.

De restwaterhoogte kan op 4 afzuigniveaus

van 1 mm tot 8 mm ingesteld worden.

Kies voor het normale gebruik het hoogste

afzuigniveau (8 mm).

Kies voor de vlakke afzuiging een afzuigni-

veau van 1 mm - 5 mm, afhankelijk van de

mate van vervuiling van het water.

Een vlakke afzuiging op 1 mm is alleen bij

helder water aan te bevelen.

Hoe groter de zwevende deeltjes in het wa-

ter zijn, des te hoger moet het afzuigniveau

worden ingesteld.

Zodoende kan een vroegtijdige verstopping

van de waterinloop aan de draaischijf (

8)

worden voorkomen.

Bij levering is de pomp uit een

restwaterhoogte van 1 mm (vlakke

afzuiging) ingesteld.

1. Grijp de ronde handgreep (7)

van de draaischijf op de bodem

van het voetdeel (10) en trek de

draaischijf (8) uit.

2. Draai de draaischijf (8) naar

rechts of links op de gewenste

afstandspositie (zie pijlmarkering

(9) aan de draaischijf).

De vier afzuigniveaus zijn op het

voetdeel (10) met een hoogtes-

calering gekenmerkt en herhalen

zich.

De restwaterhoogte van 1 mm (tot

een vlakke afzuiging komt men

uitsluitend in de handmatige modus

omdat de drijfschakelaar in de auto-

matische modus de pomp voortijdig

uitschakelt (zie hoofdstuk „Bedie-

ning“).

Kabelhouder monteren

Schuif de bijgevoegde kabelhou-

der (16) tot aan de aanslag in de

geleiding aan de achterkant van de

pompbehuizing (12).

Aansluiting van de persleiding

De installatie van de dompelpomp gebeurt

ofwel

- met vaste buisleiding ofwel

- met flexibele slangleiding

• Schuif een ½“ –slang over de

slangaansluiting (13) van de

pomp en bevestig deze eventu-

eel met een slangklem.

• Voor het gebruik van ¾“-, 1“- of

1½“-slang snijdt u de aansluiting

die er over is geplaatst af en ver-

volgens schuift u de slang over

de betreffende aansluiting.

• Voor het gebruik van een kraan-

stuk (G1“) om de aansluiting

op een extern slangsysteem tot

stand te kunnen brengen, snijdt u

de bovenste beide aansluitingen

direct boven de G1“-pijpdraad af.

De maximale capaciteitsgegevens

worden gemeten bij een rechte di-

recte uitgang. De hoekadapter (

15) en de terugstroomklep ( 14)

kunnen de capaciteit reduceren.

Om de pompcapaciteit te vergroten, kan

de terugstroomklep (14) uit de adapter (15)

worden verwijderd (zie^ ‘Terugstroom-

klep vervangen’). Dit is in het bijzonder

raadzaam bij slangaansluitingen kleiner dan

1“. Houd er dan wel rekening mee, dat het

water eventueel terug kan stromen bij het

pompen of als de stroom uitvalt.

Advertising