De beeldkwaliteit aanpassen (beeldprofiel) – Sony HDR-FX1000E Benutzerhandbuch
Seite 171

O
pne
m
en/
af
spe
le
n
NL
35
3
Druk op de knop
(een druk) C.
A of
B begint snel te knipperen.
Het licht zal blijven branden wanneer de
witbalansaanpassing voltooid is en de
aangepaste waarde is opgeslagen onder
A of
B.
De witbalans automatisch aanpassen
Druk op de knop WHT BAL A of zet de
AUTO/MANUAL-schakelaar D op
AUTO.
b
Opmerkingen
• Als u de AUTO/MANUAL-schakelaar D op
AUTO zet, worden ook andere handmatig
aangepaste items (iris, gevoeligheid en
sluitersnelheid) automatisch.
U kunt de beeldkwaliteit aanpassen door
beeldprofielitems zoals [KLEURNIVEAU]
en [SCHERPTE] aan te passen.
Sluit de camcorder aan op een televisie of
een monitor, en pas de beeldkwaliteit aan
terwijl u het beeld op de televisie of de
monitor bekijkt.
Beeldkwaliteitsinstellingen voor
verschillende opnameomstandigheden
worden als standaardinstellingen
opgeslagen onder [PP1] tot [PP6].
b
Opmerkingen
• Wanneer u [x.v.Color]
in het menu
(CAMERA INST.) instelt
op
[
AAN
], wordt het beeldprofiel uitgeschakeld.
1
Druk in de wachtstand op de knop
PICTURE PROFILE B.
2
Selecteer een nummer van een
beeldprofiel met de knop SEL/
PUSH EXEC A.
U kunt de items van [PP1] tot [PP6]
selecteren.
U kunt opnemen met de instellingen van
het geselecteerde beeldprofiel.
3
Selecteer [OK] met de knop SEL/
PUSH EXEC A.
De beeldkwaliteit aanpassen
(beeldprofiel)
Nummer van
beeldprofiel
(naam van
instellingen)
Opnameomstandigheden
PP1
:USER
U kunt uw eigen
instellingen toewijzen
PP2
:USER
U kunt uw eigen
instellingen toewijzen.
PP3
:PORTRAIT
Instellingen geschikt voor
opname van personen
PP4
:CINEMA
Instellingen geschikt voor
opname van filmbeelden
PP5
:SUNSET
Instellingen geschikt voor
opname van een
zonsondergang
PP6
:MONOTONE
Instellingen geschikt voor
opname van monotone
beelden.
Wordt vervolgd
,