Printeronderdelen – HP Photosmart Pro B8850 Drucker Benutzerhandbuch
Seite 51

Printeronderdelen
Voorkant van de printer
1 Bedieningspaneel en waarschuwingslampjes Gebruik de knoppen op het bedieningspaneel om de werkset op de
computer te openen, afdruktaken te hervatten of te annuleren, en te reageren op opdrachten op het computerscherm. Bekijk
de lampjes om de printerstatus te controleren. Zie
Foutstaten en werking het waarschuwingslampje
voor meer informatie
over de waarschuwingslampjes.
2 Bovendeur: Optillen om bij de printkoppen te kunnen en om vastgelopen papier te verwijderen.
3 Lade voor speciale papiersoorten (gesloten): Naar beneden duwen om één vel of zware materialen te plaatsen, zoals
karton of canvas. Gebruik deze lade als u wilt dat het papier recht door de printer wordt gevoerd, zonder te worden gebogen.
Plaats geen papier dat dikker is dan 0,7 mm of meer dan een vel tegelijk.
4 Hoofdlade: Plaats een stapel gewoon papier of fotopapier in deze lade.
5 Uitvoerlade: Afdruktaken komen hier uit. U kunt de hoofdlade makkelijker bereiken als u de uitvoerlade eruit haalt door
deze naar u toe te schuiven.
6 Toets On (Aan): Druk op de knop Aan om de printer in te schakelen.
7 Klep van de printcartridges: Druk op de verhogingen op de oppervlakte van de klep om deze te openen en printcartridges
te plaatsen of verwijderen.
Achterkant van printer
1 Achterklep: Verwijder deze klep om papierstoringen te verhelpen.
2 Achterste papierinvoer: Afdruktaken van de lade voor speciale papiersoorten gaan door deze sleuf heen en weer en
worden daarna op de uitvoerlade aan de voorkant van de printer uitgeworpen. Controleer of er voldoende ruimte achter de
printer is zodat het papier zonder belemmeringen door de sleuf heen en weer kan gaan. Indien u afdrukt van de lade voor
speciale papiersoorten, moet de ruimte achter de printer gelijk zijn aan de lengte van het papier waarop u afdrukt.
3 Netsnoeraansluiting: Sluit hier het bij de printer meegeleverde netsnoer aan.
Hoofdstuk 1
48
Inleiding
Ned
erlands