Zanussi BM 41 - Handbuch (Seite 12)

Elektrischer Backofen
Bedienungsknebel
Durch Drehen des Wahlschalter-Knebels
(Abb. 1) kann das geeignetste Heizsystem
gewählt werden, und durch Drehen des
Thermostat-Knebels (Abb. 2) kann die geei­
gnetste Temperatur gewählt werden.
Symbole:
Backofen- Innenbeleuchtung
e Ober-und Unterhitze eingeschaltet
Q Oberhitze
Q Unterhitze
0
Grill
0 Doppelgrill
0 Heissluftgrill
Heissluftbetrieb
■§■ Auftauen
Betrieb
Normal-Beheizung
—
Wahlschalter-Knebel auf S drehen,
— dann Thermostat-Knebel auf die geei­
gnete Temperatur einstellen.
Für eine unterschiedliche Heizung, d.h.
Ober-oder Unterhitze, den Temperaturre­
gler-Knopf auf die Symbole Q Unterhitze
oder Q Oberhitze drehen. Mit dem Tempe­
raturregler-Knopf auf «max» wird in diesen
Stellungen die Temperatur nicht höher als
220-240 °C sein.
Grill
— Wahlschalter-Knebel auf 0 oder 0
drehen,
— dann Thermostat-Knebel auf die geeigne­
te Temperatur einstellen.
Durch Drehen des Wahlschalter-Knebels
auf 0 vergrössert sich die Heizleistung
des Grills. Auf diese Weise erreicht man
ein gleichmässiges Grillen auf der ganzen
bestrahlten Oberfläche.
Umluft-Grill
— Wahlschalter-Knebel auf ® drehen,
— dann Thermostat-Knebel auf die geeigne­
te Temperatur einstellen (MAX 225 "C).
Heissluft-Beheizung
—
Wahlschalter-Knebel auf ID drehen,
— dann Thermostat-Knebel auf die geeigne­
te Temperatur einstellen.
Auftauen
Zum Auftauen den Wahlschalter-Knebel
auf § drehen. In dieser Schalterstellung
lässt sich Tiefgefrorenes im kalten Luft­
strom in kurzer Zeit schonend auftauen.
Bemerkung: Wenn sich der Wahlschalter-
Knebel auf Stellung ^ bzw. § befindet,
soll der Thermostat-Knebel auf «0» gedreht
werden.
Thermostat-Kontrollampe
Sie erlischt, wenn die eingestellte Tempera­
tur im Backofen erreicht ist, und leuchtet
jeweils beim Aufheizen wieder auf.
Leuchtanzeige
Zeigt den Betriebszustand an und erleich­
tert das Einstellen bzw. Ablesen der jewei­
ligen Schaltstufe.
Betriebskontrollampe
Leuchtet auf, wenn der Wahlschalter-Kne­
bel betätigt wird.
Beveiligingsthermostaat
De oven is voorzien van een beveiligings­
thermostaat. Bij een eventueel optredend
defekt aan de temperatuurregelaar scha-
kelt deze thermostaat de verwarminguit en
pas weer in als de temperatuur voMoende
gedaald is.
Bij uitschakelen door onjuist gebruik van de
oven is het voldoende te wachten tot de
oven afgekoeld is; er is geen defekt.
Bij uitschakelen zonder duidelijke oorzaak
gelieve u de servicedienst te waarschuwen.
Koelventilator
De oven is uitgerust met een koelventilator
welke de elektrische schakeldelen, de bedie-
ningsknoppen en de deurgreep koelt tijdens
het in gebmik zijn.
Teneinde oververhittingte vermijden blijft,
na het uitschakelen van de oven, de koel­
ventilator draaien tot de temperatuur vol­
doende gedaald is.
Zelfreinigende wanden
(op verzoek leverbaar)
De oven kan uitgerust worden met katali-
tische zelfreinigende wanden. De poreuze
bekleding van deze wanden doet vetspat-
ten, onder invloed van temperatuur, ver-
sneld oxyderen, waardoor ze overgaan in
poedervorm.
In principe behoeven de wanden geen reini-
ging. Dit poeder en eventuele restanten van
andere bestanddelen kan worden verwij-
derd met een natte spons.
30 51