Sony DSC-R1 Benutzerhandbuch
Seite 184

NL
38
1 Kies een diafragmawaarde met behulp van het hoofdinsteldraaiknop.
– Als de zoom in de uiterste groothoekstand (W-kant) staat, kunt u een diafragma van F2.8 tot F16
instellen.
– Als de zoom in de uiterste telefotostand (T-kant) staat, kunt u een diafragma van F4.8 tot F16
instellen.
2 Neem het beeld op.
• De sluitertijd wordt automatisch ingesteld tussen 1/2000 seconde en 8 seconden.
• Als na het instellen het juiste belichtingsniveau niet bereikt is, gaan bij het half indrukken van de
sluiterknop, de aanduidingen van de instelwaarden op het scherm knipperen. Opnemen in deze
lichtomstandigheden is mogelijk, maar wij adviseren om de instelwaarden van de flitser nog een keer aan
te passen.
• De flitser wordt ingesteld op
(Altijd flitsen),
(Altijd flitsen met vermindering van het rode-
ogeneffect),
(Langzame synchro),
(Langzame synchro met vermindering van het rode-
ogeneffect) of
(Niet flitsen).
z Opnametechnieken
Scherptediepte is het bereik waarin scherpgesteld kan worden. Diafragmavergroting maakt de
scherptediepte kleiner (en het bereik waarin scherpgesteld kan worden wordt geringer) en
diafragmaverkleining maakt de scherptediepte groter (en het bereik waarin scherpgesteld kan worden
wordt groter).
Pas het diafragma aan zoals u dat wenst, om een bepaald gedeelte van het beeld scherp te krijgen of om
het gehele beeld scherp te stellen.
Hoofdinsteldraaiknop
Het diafragma vergroten
Het onderwerp is scherp en
de achtergrond is onscherp.
Het diafragma verkleinen
Zowel het onderwerp als de
achtergrond is scherp.