Panasonic NVVZ9EG Benutzerhandbuch
Seite 100
Achtung! Der Text in diesem Dokument wurde automatisch erkannt. Um das ursprüngliche Dokument anzeigen, können Sie den "ursprünglichen Modus" verwenden können.

ITALIANO
NEŒRLANiDS
Modo Sport
•Le scene girate nel modo Sport possono essere riviste al
rallentatore e in fermoimmagine con estrema definizione e
ricchezza di dettagli.
•Se le immagini in fase di ripresa sono state illuminate da
lampade fluorescenti, a vapori di mercurio o di natrio, in
riproduzione potrebbero presentare instabilità nel colore e
nella luminosità.
•Se le immagini sono state riprese con una forte illuminazione
0
in presenza di molti riflessi, in riproduzione potrebbero
contenere raggi di luce verticali.
•Quando rilluminazione non è sufficiente, lampeggia
l’indicazione
[^l
•Se le riprese vengono effettuate in interni, le immagini in
riproduzione potrebbero presentare sfarfallio.
A
Modo Ritratto
•Se le riprese vengono effettuate in interni, le immagini in
riproduzione potrebbero presentare sfarfallio.
Modo a Bassa Luminosità
•In condizioni di luminosità troppo scarsa potrebbe non
essere possibile aumentare a sufficienza la luminosità
dell’immagine.
•Le immagini registrate con questo modo in riproduzione,
possono avere alcuni disturbi.
Modo Spettacolo
•Quando si utilizza questo modo, l’immagine registrata
potrebbe essere eccessivamente scura.
•Se il soggetto è troppo luminoso, l’immagine registrata
potrebbe essere leggermente sovraesposta.
Modo Sole & Neve
•Se il soggetto è troppo luminoso, l’immagine registrata
potrebbe essere leggermente sovraesposta.
Sportfunctie
•Wanneer u scènes opgenomen in de sportfunctie weergeeft,
kunt u slow motion-weergave en beeld-voor-beeld-weergave
van zeer scherpe beeiden met schitterende details krijgen.
•Voorkom het opnemen onder ti-buiœn, kwikdamplampen of
natriumlampen, aangezien de kleur en de helderheid van het
weergavebeeld hierdoor kunnen variëren.
•Wanneer u onderwerpen opneemt die sterk zijn belicht of
veel licht reflecteren, kan het weergavebeeld verticale
lichtstrepen bevatten.
•Wanneer de scène onvoldoende belicht is, zai de [ ^ ]
indicatie knipperen.
•Wanneer u deze functie gebruikt voor het opnemen
binnenshuis, kan het weergavebeeld flikkeren.
Portretfunctie
•Wanneer u deze functie gebruikt voor het opnemen
binnenshuis, kan het weergavebeeld flikkeren.
Onderbelichtingsfunctie
• Het kan onmogelijk zijn bijzonder donkere scènes voldoende
beider te maken.
•Door deze functie voor het opnemen te gebruiken kan storing
in het weergavebeeld worden veroorzaakt.
Schijnwerperfunctie
•Wanneer u deze functie gebruikt, ìs het mogelijk dat het
opgenomen beeid bijzonder donker is.
•Wanneer een onderwerp bijzonder beider is, is het mogelijk
dat het opgenomen beeid witachtig is.
Strand- en sneeuwfunctie
•Wanneer een onderwerp bijzonder beider is, is het mogelijk
dat het opgenomen beeid witachtig is.
99