Panasonic NVDS11EG - Handbuch (Seite 164)

DEUTSCH NEDERLANDS
Für die folgenden Biidgegenstände und
Aufnahmesituationen kann das Auto-Focus-
System nicht präzise Scharfeinstellung liefern.
In diesen Fällen sollte die Scharfeinstellung
daher manuell vorgenommen werden. (-» 88)
O Biidgegenstände, die zum Teil nahe beim
Camerarecorder und zum Teil weit davon entfernt
sind.
Da die automatische Scharfeinstellung auf den
zentralen Bildausschnitt vorgenommen wird, ist es oft
unmöglich, sowohl auf den nahen Teil des
Bildgegenstandes als auch auf den entfernten Teil
scharf einzustelien.
Wenn Sie zum Beispiel eine Person vor einem
entfernten Berg aufnehmen möchten, kann nicht
gleichzeitig auf beide scharf eingestellt werden.
@ Bildgegenstände hinter verschmutzten oder
nassen Fenstern
Da die automatische Scharfeinstellung auf das
verschmutzte Glas vorgenommen wird, bleibt der
Bildgegenstand hinter derh Glas unscharf. Beim
Aufnehmen eines Bildgegenstandes auf der anderen
Straßenseite wird die Scharfeinstellung u. U.
wiederholt auf dazwischen vorbeifahrende Autos
vorgenommen.
© Bildgegenstände in dunkler Umgebung
Da die durch das Objektiv empfangene
Lichtinformation sehr gering ist, kann der
Camerarecorder nicht präzise scharf einsfeilen.
0 Biidgegenstände, die von glänzenden
Oberflächen oder viel Lichtreflexion umgeben
sind.
Da der Camerarecorder bevorzugt auf Gegenstände
mit glänzenden Oberflächen oder viel Lichtreflexion
scharf einstelll, ist der Bildgegenstand u. U, nicht
scharf.
Beim Aufnehmen von Strandszenen, Abendszenen,
Feuerwerk und Situationen unter besonderen
Beleuchtungstypen bleibt der Bildgegenstand u. U.
unscharf.
© Bildgegenstände mit schneller Bewegung
Da die interne Fokussierlinse mechanisch bewegt
wird, kann sie den sich schnell bewegenden Objekten
nicht ohne Verzögerung folgen. Bei Motiven, wie
Kindern, die hin und her laufen, werden diese
vorübergehend unscharf.
© Bildgegenstände mit schwachem Kontrast
Da der Camerarecorder auf die vertikalen
Bildkonturen scharf einstellt, kann es bei Motiven mit
wenig Kontrast, wie etwa bei einer weißen Mauer, zur
Unscharfe kommen.
Op de onderstaande onderwerpen en in dt
onderstaande opname-omstandigheden k,
automatische scherpstelling niet nauwkeu
scherpstellen.
Gebruik in piaats hiervan de handmatige
scherpstelling (-» 88).
© Onderwerpen die zieh deels dichtbij de
Camerarecorder bevinden en deeis ver daarva
verwijderd
Aangezien de automatische scherpstelling scherp
stelt op het midden van het beeid, is het vaak
onmogelijk om het deel van het onderwerp dat zic
dichtbij de camerarecorder bevindt en het ver
verwijderde deel tegelijk scherp te krijgen,
Wanneer u een persoon wilt opnemen met een ver
verwijderde berg in de achtergrond, is het niet
mogelijk beide scherp op te nemen.
© Opnemen van onderwerpen achter glas waarop
vuil of Stof is afgezet
Aangezien scherpgesteld wordt op het vieze glas, z;
het onderwerp achter het glas onscherp zijn. Bij het
opnemen van een onderwerp aan de overkant van
een straat waarop auto's rijden, is het mogelijk dat dt
camerarecorder scherp stelt op de auto’s.
© Opnemen van onderwerpen in een donkere
omgeving
Aangezien de hoeveelheid lichtinformatie die door de
lens de camerarecorder binnenvalt sterk wordt
verminderd, kan deze niet nauwkeurig scherpstellen.
© Opnemen van onderwerpen omgeven door
voorwerpen met glimmende oppervlakken of veel
lichtreflectie
Aangezien de camerarecorder scherp stelt op de
voorwerpen met glimmende oppervlakken of veel
lichtreflectie, kan het onderwerp onscherp worden.
Als u opneemt bij een meer of aan zee, avondscenes
of vuurwerk opneemt, of onder speciale soorten
belichting opneemt, kan het onderwerp onscherp zijn.
© Opnemen van snel bewegende onderwerpen
Aangezien de inwendige scherpsteliingslens
mechanisch wordt bewogen, kan deze snel
bewegende onderwerpen niet zonder vertraging
volgen.
Onderwerpen als heen en weer rennende kinderen
kunnen daarom tijdelijk onscherp worden.
© Onderwerpen met een zwak contrast
Aangezien de camerarecorder scherp stelt aan de
hand van de verticale contouren in het beeid, kunnen
onderwerpen met weinig contrast, zoals een Witte
muur, onscherp zijn.
164