Panasonic NVDS11EG - Handbuch (Seite 78)

WIPE „
6, 7,8
DEUTSCH NEDERLANDS
Auf nehmen mit Spezial-Effekten
(Digital-Effekte) (Fortsetzung)
■ Szenenübergänge mit Wischblende (Wipe)
Diese Funktion ersetzt ein Standbild der zuletzt
aufgenommenen Szene langsam durch das laufende Bild
der neuen Szene von rechts nach links, ähnlich dem
Ziehen eines Vorhanges.
1
Die Taste [MENU] drücken.
2
Den Regler [PUSH] drehen, um [DIGITAL
EFFECT] zu wählen, und dann den Regler
[PUSH] drücken.
_ Das Untermenü [DIGITAL EFFECT] erscheint.
3
Den Regler [PUSH] drehen, um [EFFECT1]
. zu wählen.
4
Den Regler [PUSH] drücken, um [WIPE] zu
wählen.
5
Die Taste [MENU] drücken, um das Menü
auszublenden.
_ Die Anzeige [WIPE] erscheint.
6
Die Start-ZStopp-Taste drücken, um die
Aufnahme zu starten.
Die normaie Aufnahme beginnt.
7
Die Start-ZStopp-Taste drücken, um eine
Aufnahmepause eihzulegen.
Das letzte Bild wird im Speicher festgehalten.
Die Anzeige [WIPE] wechselt auf ftviiual
ö Die Start-ZStopp-Taste drücken, um die
Aufnahme erneut zu starten.
Das letzte Bild der vorhergehenden Szene wird jetzt
iangsam vom rechten Sildrand ausgehend durch die
neue Szene ersetzt.
Wenn Sie nach dem Durchführen von Schritt 7 eine der
folgenden Bedienungen vornehmen, wird das Bild im
Speicher gelöscht, und die Wischblenden-Funktion (Wipe)
kann nicht benutzt werden:
• Bei der Wahl einer andereniDigital-Funktion für [EFFECT1]
oder [EFFECT2] im Untermenü [DIGITAL EFFECT].
• Beim Einsatz der Kamerasuchlauf-Funktion.
• Anstatt den Wischblenden-Übergang auf oben
beschriebene Weise von einem Standbild der zuletzt
aufgenommenen Szene durchzuführen, können Sie ihn
von einem neu eingegebenen Standbild durchführen.
Dazu nach dem Schritt 5 oben durch Drücken der Taste
[PHOTOSHOT] ein neues Standbild festhalten und
direkt in den Speicher eingeben und anschließend
Schritt 8 durchführen.
78
Opnemen met speciale effecten
(digitale functies) (vervolg)
■ Wipefunctie
Met deze functie kunt u het beeid van de laatste
opgenomen scène geleideiijk vervangen door het beeid
van de nieuwe scène, net aisof u een gordijn ervoor trekt.
1
Druk op de [MENU] toets.
2
Draai de [PUSH] keuzeschijf orh [DIGITAL
EFFECT] te klezen en druk vervolgens de
[PUSH] keuzeschijf In.
Het [DIGITAL EFFECT] submenu wordt afgebeeld.
3
Draal de [PUSH] keuzeschijf om [EFFECTT]
te klezen.
4
Druk de [PUSH] keuzeschijf In om [WIPE]
in te stellen.
5
Druk op de [MENU] toets om het menu te
verlaten.
De [WIPE] indicatie wordt afgebeeld.
6
Druk op de start-Zstoptoets om met het
opnemen te beginnen.
Het normaal opnemen begint.
7
Druk op de start-Zstoptoets om het
opnemen te onderbreken.
Het beeid van de laatste opgenomen scène wordt in
het geheugen opgeslagen.
De [WIPE] indicatie verändert in [¡Q2|].
8
Druk op de start-Zstoptoets om weer met
het opnemen te beginnen.
Het beeid van de laatste opgenomen scène wordt
geleideiijk vervangen door het beeid van de nieuwe
scène.
Wanneer u één van de onderstaande bedieningen
uitvoert na stap 7 te hebben uitgevoerd, zai het beeid dat
in het geheugen is opgeslagen worden gewist en kan de
wipefunctie niet worden gebruikt:
• Kiezen van een andere digitale functie voor [EFFECT1]
of [EFFECT21 op het [DIGITAL EFFECT] submenu.
• Gebruiken van de camera-zoekfunctie.
• In plaats van de wipefunctie uit te voeren met het laatst
opgenomen beeid, kunt u een stilstaand beeid in het
geheugen opslaan door op de [PHOTOSHOT] toets te
drukken na stap 5 hierboven en vervolgens stap 8 uit te
voeren.