Panasonic NVDS11EG - Handbuch (Seite 184)

DEUTSCH NEDERLANOS
Vor Inanspruchnahme des
Kundendienstes
(Probleme und Abhilfe)
Stromversorgung
PI: Der Camerarecorder kann nicht eingeschaltet
werden.
AI: Ist der Akku oder der Netzadapter richtig
angeschlossen? Die Anschiußverbindung
überprüfen. (->16)
P2: Der Camerarecorder hat sich automatisch
ausgeschaltet.
A2: Wenn Sie den Camerarecorder länger als
6 Minuten im Aufnahmepause-Modus lassen,
schaltet er sich automatisch aus, um das Band zu
schützen und Akkustrom zu sparen. (-» 30)
P3: Der Camerarecorder schaltet sich sofort
wieder aus.
A3-1: Ist der Akku entladen? Wenn die Akkuspannungs-
Anzeige blinkt, oder die Anzeige [i i=]
erscheint, ist der Akku entladen. Den Akku
aufladen oder einen anderen vollständig
aufgeiadenen Akku anbringen. {-» 18,172)
A3-2: Hat sich im Innern des Camerarecorders
Kondenswasser gebildet? Wird er von einem
kalten an einen warmen Ort gebracht, kann sich
Kondenswasser bilden, in diesem Fall schaltet er
sich automatisch aus und, mit Ausnahme von
Herausnehmen der Cassette, lassen sich am
Camerarecorder keine Funktionen auslösen.
Warten, bis die Kondenswasseranzeige
verschwindet. (-♦ 150)
Akku
PI: Der Akku entlädt sich schnell.
A1 -1: Ist der Akku vollständig aufgeladen? Den Akku
mit dem Netzadapter aufladen. (-» 18)
AI-2; Benutzen Sie den Akku an einem sehr kalten Ort?
Die Leistung des Akkus hängt stark von der
Umgebungstemperatur ab. In kalter Umgebung
sinkt die Betriebsdauer beträchtlich. {-* 156)
A1 -3: Hat der Akku das Ende seiner Lebenszeit
erreicht? Die Lebenszeit des Akkus ist
beschränkt, sie hängt jedoch stark davon ab, wie
der Akku benutzt und aufgeladen wird. Wenn
seine mögliche Betriebszeit sogar nach korrektem
Aufladen für den normalen Einsatz zu kurz ist, so
hat er das Ende seiner Lebenszeit erreicht.
P2: Der Akku kann nicht aufgeladen werden.
A2: Wenn das Gleichstrom-Eingangskabel an den
Netzadapter angeschiossen ist, kann nicht
aufgeladen werden. Das Gleichstrom-
Eingangskabel vom Netzadapter trennen.
Alvorens de servicedienst te bellen
(Problemen en Oplossingen)
Stroomvoorzieningsbronnen
PI: De Camerarecorder kan nlet worden
ingeschakeld.
01 : Is de accu juist geplaatst of is de
netspanningsadapter juist aangesloten?
Controleer de aansluiting. (-» 16)
P2: De Camerarecorder heeft zichzeif
automatisch uitgeschakeld.
02: Wanneer u de camerarecorder gedurende langer
dan 6 minuten in de opnamepauzefunctie laat
staan, schakelt deze zichzeif automatisch uit om
de band te beschermen en accuiading te
besparen (-» 30).
P3: De camerarecorder schakelt zichzeif snel
weer uit.
03-1: Is de accu leeg? Wanneer de resterende
acculadingindicatie knippert of de [i t]
indicatie wordt afgebeeld, is de accu leeg. Laad
de accu op of bevestig een volledig opgeladen
accu {-* 18, 172).
03-2: Heeft zieh condens in de camerarecorder
gevormd? Wanneer de camerarecorder van een
koude omgeving wordt overgebracht naar een
warme omgeving, kan zieh binnenin de
camerarecorder condens vormen. Indien dit
gebeurt, schakelt de camerarecorder zichzeif
automatisch uit en kan deze niet meer bediend
worden, behalve het eruit halen van de
vidéocassette. Wacht totdat de condensindicatie
is uit gegaan (-♦ 150). •
Accu
PI: De accu is snel leeg.
01 -1 : Is de accu volledig opgeladen? Laad de accu op
met behulp van de netspanningsadapter (-» 18).
01-2: Gebruikt u de camerarecorder in een bijzonder
koude omgeving? De prestaties van de accu
worden sterk beïnvioedt door de
omgevingstemperatuur. De bedieningstijd van de
accu is korter in een koude omgeving (-» 156).
01 -3: Heeft de accu het einde van de levensduur
bereikt? De levensduur van de accu is beperkt.
Ondanks dat het afhangt van de manier waarop
de accu gebruikt wordt, is het einde van de
levensduur van de accu bereikt indien zelfs na
goed en volledig opladen de bedieningstijd te kort
is voor normaal gebruik in de camerarecorder.
P2: De accu kan niet worden opgeladen.
02: Wanneer de gelijkstroom-ingangskabel is
aangesloten op de netspanningsadapter is
opladen niet mogelijk. Maak de gelijkstroom-
ingangskabel los.
184